maandag 8 december 2008

ORP 8.2 is uitgegeven!

Een ORP vol Faust.

Vol trots presenteert Op Ruwe Planken haar nieuwe nummer met als thema Faust. Een bundel over vallende helikopters, zussenliefde, pinguïndiepte en een meisje dat Marlboro Light rookt op blote voeten. Opnieuw een prachtige bundeling van verhalen en gedichten!

Met bijdragen van Wil Fraikin, Gerard Scharn, Eva Mouton, Peter Vermaat, Simon Ranger, Lizette van Geene, Estelle Boelsma, Martijn Teerlinck en Jan Aelberts. Daarnaast vind je in dit nummer ook een recensie van de dichtbundel Tumult van Maarten Inghels. Het omslag is ontworpen door Joeri van Putten (Smoove Business).
ORP 8.2 is voor slechts 3 euro verkrijgbaar bij deze boekhandels. Bestellen kan ook per e-mail (dit is zonder verzendkosten!): administratie@opruweplanken.nl.

En voor slechts 10 euro per jaar ben je abonnee van het ruwste tijdschrift van Nederland!

zaterdag 8 november 2008

Sysan - Atum opgenomen in Op Ruwe Planken

Beste Simon,

De kopijvergadering van Op Ruwe Planken heeft deze week plaatsgevonden. Wij willen graag het gedicht 'Sysan - Atum (I/IV)' plaatsen in het aankomende nummer. Wij plaatsen daarbij ook altijd een klein stukje met informatie over de auteur. Zou je deze beknopte biografie (maximaal vier regels) zo snel mogelijk naar mij kunnen sturen?

Als je ten slotte ook je adresgegevens meestuurt, dan kunnen we je een auteursexemplaar toesturen.

Alvast hartelijk bedankt! Ik hoop snel van je te horen.

Met vriendelijke groet,

Alex Rutten


Sysan - Atum (I/IV)

helikopters vallen
in vloten
naar beneden

de grond
ligt bezaaid
met wrakblad

zondag 2 november 2008

Mellow (WIP)

this haunting moment

retreating edges
of a burning picture
your features
crudely fading

in the smoke
curling itself
around our eyes

I feel only regret
and your soothing touch
of smoke

maandag 27 oktober 2008

Starscrapers

There were no lanterns in this part of the city. It was new moon, only the stars provided some splintered light. A drum solo of bare feet on the cold slimy cobbles – there were no shoes in this part of the city either – echoed through this maze of narrow alleys, which officially bore the name Werheim-Koren. It was known to everyone however as Death Row. Once this part of Werheim had flourished, but those times were long gone and only a few decayed buildings remained to hint at its glorious past. It was hard to believe that the broad boulevards and the dazzling palaces of Werheim-Centre were only a few miles away. For a person to travel from one of these places to the other would be like travelling between worlds. While the vibrant streets with its famous and important people were the artery of an entire country, Werheim-Koren was waiting for her slow but inevitable death. It was a closed community controlled by the mob, extremely hard for an outsider to get in, impossible for anyone to get out… That is to say, alive.

‘We must get out!’ Faced to the brick wall of our two-chamber apartment I was talking more to myself than to my beloved Khader. She sat on a chair behind me, without looking I knew how here blond hair curled around her neck and shoulders. ‘There must be a way…’ I said as I turned around. Time hadn’t been kind upon on her; it hadn’t been kind on any of us poor rats. But in the failing light of our only candle, electricity had been shut off a long time ago, she looked even more weary than usual. Nothing in her eyes, I could see her resistance crumbling bit by bit, indicated she had a clue as to how or what. Her lips remained motionless, the room fell silent.

It was a cool October morning. I was standing on the corner where Briggestreet crossed Parklane, its ancient oaks as massive statues. With every sigh of wind more leafs began their journey downward. Fascinated I watched how they became acrobats for a brief period of time and performed the most nerve-racking tricks before they embraced the cold bare stones. I could think of more pleasant places to rest my final moments.
This show of nature helped me maintain my role as guileless passenger, who was pausing to enjoy this beautiful day and happened to bump into an old friend. I didn’t know what my old friend would look like this time, but I didnt have to because as always he would recognize my long blue trenchcoat.

The sealed package weighed uncomfortably in my pocket. No matter how many times I had done this and how many times I would do it again, I would never get fully used to it.

donderdag 23 oktober 2008

Glazgo-City

I am waiting on a corner
round which satan stalks
the weak and the weary
men without hope or gain

vicious voices that talk
despair and hate into
the lame so they'll turn
against their brothers

the city which waits for
her death a veil of light
covers her head the sky
has shed all of her tears

no more stars to guide me
through this sea of streets
where I'd let my mind wander
and lost it

I am waiting on a corner
till it comes back to me

zondag 12 oktober 2008

Geen Titel

de nacht dwarrelt
in mijn ogen
wieg ik jou

een vleugel roert
de wind
tussen boomtoppen

zo drijf ik
door mijn raam
het donker vooruit
jouw licht achterna

Panorama

een huis ramen met een kleurtje
ramen met gaten erin ramen
die geen ramen meer zijn maar
glas dat traag vloeit
naar de kern van de aarde

[zoom in]

de trap op tweede deur rechts
een kamer bloemen op het behang
half vergaan een schaduwop het bed

[zoom in]

een vrouw met blonde haren
de kleuren van haar ogen
blijven vaag vanuit deze hoek

[zoom in]

een moedervlek boven het linkeroog
sproeten op haar neus
geelwit iets te grote voortanden

[zoom in]

de oneffenheden op haar bleke huid
wat puistjes en mee-eters
donshaartjes boven de lippen
die niet meer trillen

[panorama]

de nacht kleurt levenloos
zwartblauw als haar ogen
ergens wordt een kind geboren

[fade out]

haar naam heb ik nooit geweten

Geen Titel

de wijngaarden vervagen
in de late middagnevel
verwelkomen het duister
met een lichte buiging

de zon trekt zich terug
laat sporen achter in
modder voor verdwaalde
wandelaars en kinderen

vrijdag 10 oktober 2008

zondag 5 oktober 2008

Fragment

ik wil niet meer zigzaggen
door deze grauwe tarantula
van straten

de stad die zich gehuld
in neon prostitueert
aan de nacht

elders staan de bomen
op duiken twee ogen in
een dwarrelpoel

wij hebben geen weet
van elkaar

zondag 28 september 2008

Vervlechting

mijn hoofd is na al dat zand
te zwaar geworden om te dragen
ik ben zo moe van je naam

zwijgen

ik maak een ketting
van mijn zeven nekwervels
en hang die om je hals

laat mij maar in de tuin
traag scharrelen als wat licht

vrijdag 26 september 2008

De Pizzabakker is dood! Lang leve de Pizzabakker!

Na een maand zwoegen bij de Groenteboer en een mislukt avontuur in Bar/Restaurant Kutzicht (ik was niet aapig genoeg tegen de klanten), word ik nu misschien de meest sensationele pizzabakker van Rotterdam.

Ik hoor de mensen al lachen: “Is dat niet diezelfde jongen die afgelopen jaar nog zijn Vwo-diploma heeft gehaald en volgens velen de mooiste speech kreeg op de diploma-uitreiking? Waarom wordt zo’n veelbelovende jongeman dan pizzabakker?”

Dit is mijn antwoord: “Hou godverdomme je tyfusmuil, bananenschil, tuigbejaarde of wat je anders bent! Pizzabakker is anders een heel nobel beroep. Zonder pizzeria’s zou de hele wereldeconomie instorten, wie anders zou dan het geld van de maffia witwassen? Dat gebeurt echt niet in een wasserette!”

“Wat? Oh wisten jullie dat niet? Weet je waarom niet? Dat komt omdat jullie met je kop zover in je kont zit, dat je door de stront de wereld niet meer helder ziet! En als een van jullie dan eens een keer zijn muil opentrekt komt er alleen maar schijt uit.”

Dames en heren, het spijt me voor deze onderbreking maar ik heb nu eenmaal een hekel aan mensen die met hun absurd wijde neusgaten in andermans aries rondsnuffelen. Dat is niet alleen ongepast en onfris maar ook nog eens onwijs irritant (om in de trend van “on” te blijven). Nu ik er bij nadenk doen alleen honden dat, en het zijn toch geen honden, ofwel?

Om weer verder te gaan met de lijn van mijn verhaal; als ik mijn “meester pizzabakkerschap” binnen heb, begin ik een Pizzabakkergilde. Deze gilde moet de inflatie van het beroep pizzabakker tegen gaan. Tegenwoordig denkt elke Turk of andere Niet-Romein dat hij/zij zomaar een pizzabakker kan worden. En dat is dus niet zo.

Ik daarentegen ben een volledig gekwalificeerde rasbloed Italiaan. Ik heb namelijk Petrarca, Dante en Ungaretti gelezen, Michelangelo en Da Vinci bestudeerd en ik ken Latijn. Ik ben dus zelfs meer Italiaan dan de Godvergeten paus. Daarom is aan mij ook de taak besteed om van de Pizza en de Steenoven weer het internationale symbool voor ongekende rijkdom te maken.

Vive Il Sacro Egiosmo! (of zoiets)

Nesteling

ik sta op met de reigers

de ochtend ligt nog
vochtig in hun ogen
stilte heeft zich
genesteld in de bomen

ik omwortel ze

een reiziger die
na jaren
zwijgend berust
in zijn eenzaamheid

zoals de wind
die na flarden kust
in de bergen
een schuilplaats zoekt
tegen de regen

maandag 22 september 2008

Vaarwel

De dichter loopt weg van zijn wolven, schept een woud waarin hij kan vluchten. Ik ben het zat om een dichter te zijn. Ik zal een aarde bouwen rondom mij die een oplossing zal zijn op al mijn wilde dieren. Met het mes zal ik de final solution kerven voor mijn joodse kwestie.

Zie daar, mijn assassijn ligt dood, zijn kogels krom. Alle messen die hij wierp steken uit zijn rug, elke moord is zelfmoord. Terwijl u verder graaft in het duister, schep ik een nieuwe duisternis. Een zonder lichten, hoopgevende sprankjes sterrenstof, maar met bomen.

Een oceaan in elke druppel water, met een branding die twijfelend het strand bekruipt. Een toneelspel van groeven in het zand. Wind die rotsen van de bergen krabt, de zuilen van de hemel. Geen genesis of ondergang, enkel het volmaakte ongeluk.

Nu is de tijd van Architecten.

Evolet

er liggen eeuwen verankerd
in de sneeuw langs de gevels
van de zee drijft de donkerte
van wintermaanden voorbij

als een ijzige sluier valt
droevigheid over de wachters
van de nacht die aan de rand
stonden van mijn dromen

enkel in de stenen leeft nog
hun vuur een stotterende vlam

zondag 14 september 2008

zaterdag 13 september 2008

Sysan - Temprins (III/IV)

zeppelins
bloeien dood
aan de bomen

ballonbloesem
vult
de worteltombe

The season

spring is announced
in the branches

as the trees resonate
their own remorse
and cry their incapacity
upon shriveled grass

again I flee...

but now I know
where I am going to

Words make love

words may not be everything
but everything is nothing
without words

still they cannot heal or mend
any wound they only form a bridge
of sand that looks tough but
will always collapse beneath
your feet at the wrong moment

words may not be everything
but everything is nothing
without words

who searches for them shall
only find meadows filled with trees
of lonely air from which they
hang as dead poets on a gallow
in the middle of a wordless universe

words may not be everything
but everything is nothing
without words

words do not create a better
world but they are one on their own
with houses in which people live
and die like in any other word
(they are only apart one letter)

worlds may not be everything
but everything is nothing
without worlds

poets come from one of these words
no man knows which and I can only
guess yet it does not matter cause
someday we all go back to a place
called nowhere (in particular)

words may not be everything
but everything is nothing
without words

there words make love and lovely
babies who play among the stars
I could lie and say all is harmony
but even the words make wars yet
I think I found my home

home may not be everything
but everything is nothing
without home

love may only be one thing
but no thing is anything
without love

woensdag 10 september 2008

Meander

de bergen zwijgen
vandaag staan ze
als versteende astronauten
langs de sterren

ik tel de krekels
tussen het woestijnzand
waar eens weide lag

en de molen maalt
met water dat verder
is gedreven
omdat het nergens
gronden kan

ik sluip voorbij
door de schemering

een eenzame wolf
met sporen
van een lange nachtrit
in de ogen

zondag 7 september 2008

Ticket-collector

een man die kaartjes inneemt
- ik tik een uitbrander aan -

het gekietel van een lastige
vraag delicaat tiktak

een vloedgolf van
aangeschoten stekelbaarsjes
het vlooienspel van getijden
langs de hoogwaterlijn
een vuile streep boven
de vloedgeul

nieuwe berichten in
het opbergmandje

een knoop leggen in
de extra vraag die beslissing
moet brengen

en dan toch nog maar
een kaartje kopen

Het voor of tegen

hoogstwaarschijnlijk
zal hij niet komen
vermoedelijk vermoedelijk

de gerechtelijke verificatie
van een document
de proeftijd op proef
of leerlingen die peilen

de rechtschapenheid
van problemen is net zo
twijfelachtig als de slurf
van procedures
methodes of handelswijzen

het voortgaan van handelingen
de opbrengst van smeerkaas
een stoet boeken
met processiegezangen

en dan is daar plots toch
de deurwaarder

zaterdag 6 september 2008

Snee in mijn hoofd

elk gedicht is
in mijn geheugen
gekerfd

als de geboorte
van een tweeling

in de buik van
hun moeder

vrijdag 5 september 2008

Pan-aqua

de aarde koelt af
verstopt zich in
de verlaten mijnschachten
van het heelal

de nacht komt boven
drijven - nog altijd
koud van al dat water -
in een halve cirkel
glijdt ze langs de daken
van de zee

blijft na de laatste
ademstoot
enkel nog het ruisen

vrijdag 22 augustus 2008

Dooikind

de schemering kromt zich
rond haar ogen neus en mond
even houdt de aarde
haar neveladem in
en slaat een wenteling over

zij hobbelt door het helmgras
dat zich buigt als een assassijn
over zijn gevallen prooi
haar dolkenlach steekt
door de smekende stilte

met haar stem graaft ze holen
diep door de avond
naar de andere kant waar
een sneeuwboog op haar wacht
met aan het eind een pot zout

dinsdag 19 augustus 2008

Nadagen

we wisten alles
en konden zelfs meer
toen we jonger waren
dan de dagen
en de regenboog
geen kleuren had

jij zou de eerste vrouw
op de maan zijn
en ik je twee paar
verzwaarde schoenen

als bloedridders
speelden we indiaantje
zonder verlos
tussen de tanden
van de nacht
en reden op wolken
van paardenstof

ik weet nog steeds
niet of we stopten
met dromen omdat
we ouder werden
of dat de maan
ons geen sprookjes
meer influisterde

Stemwand

in een wirwar
van schimmen
op het natte asfalt
ben ik verzonken

als water
langs de nacht
naar beneden

glijd ik langs
de wanden
van jouw stem

jij die rond
mijn zwerfstranden
een oceaan ademt

vrijdag 15 augustus 2008

Moerashart

de polen zijn weer van plaats
gewisseld in hun eeuwige spel
een stoelendans zonder stoelen

de wereld kantelt als ik
wolken stapel met het puntje
van mijn tong en zweef

pas wanneer er water stroomt
door mijn kunstaderen
en de wind mijn oren kietelt

dan zal mijn moerashart
zich droogleggen

zaterdag 9 augustus 2008

Liefste

als ik in je oude schommelstoel zit
en verstrooid kijk naar de tv
die op alle kanalen sneeuw vertoont
vraag ik me af waar je aan denkt

de geur van pasgebakken brood en schone was mijn jong

als we op een bankje rusten in de tuin
en sneeuw dwarrelt op je hand
waar rebelse wijsheid in ouderdom is gegoten
vraag ik me af wat je ziet

ik hou van je mijn lief weggerukte woorden eens gesproken

als we samen terug wandelen over het pad
met onze voeten knisperen in de sneeuw
en onze adem net zo wit is als de mist
vraag ik me af wat je hoort

de natte lippen op mijn wang echte liefde is verdriet

als we samen rond de open haard
zitten en praten over hoe het vroeger was
en de koude wereld buiten even vergeten
vraag ik me af wat je voelt

woodstock 17 augustus 1969 jongen dat en meer niet

als we 's avonds aan de tafel zitten
en het warme eten weer verwarmd
wat buiten in de kou gaan bevriezen was
vraag ik me af wat je ruikt

vogeltjes die verschrikt opvliegen niets mooiers dan dat

als ik je gedag zeg met een kus
en je handen voel verkleumd
door de winter die binnen in jou vriest
vraag ik me af of je nog wil

je antwoordde met de dood

zonder tranen en zonder lach
zonder voelen en zonder denken
bedank ik je voor dagen vol liefde

donderdag 7 augustus 2008

Sysan - Fimbul (II/IV)

langs
het warme front
druppelen
watersoldaten
de aftocht

de nachtvorst
dicht hun wak

Wrakhoutman

afgedragen zeeverweerde
eik vergroeit met kersen
van negen ringen oud

kreunend krakend hout
beukt en balkt waar
het niet groeien mag

blad op blad wortelen
en schaven ze drijvend
door de baringszee

geboren als wrakhout
man en splinterkind

maandag 4 augustus 2008

Ze wentelt

ze wentelt mee
met de schaduw
van haar flat
strompelt moeizaam
naar een stoel
als ze gaat zitten
kussen hangborsten
haar knieën
van wat er buiten
gesloten gordijnen
afspeelt
weet ze niets
haar wereld
stopte tien jaar geleden
al met draaien

zondag 3 augustus 2008

Sysan - Atum (I/IV)

helikopters vallen
in vloten
naar beneden

de grond
ligt bezaaid
met wrakblad

vrijdag 1 augustus 2008

Opgekruld

ik verlang naar de stilte

nu mijn stem is als de zee
beukt tegen het licht

gelijk een vermoeid kind

in jouw koelte
ben ik gaan liggen
en heb me opgekruld

zo droom ik weg op
de deining
van mijn barensweeën

donderdag 31 juli 2008

Stank

U schuwt onze imperfectie en ijdelt uzelf volmaakt. U kijkt op ons neer alsof wij ratten zijn en dragers van onbekende, besmettelijke ziekten. U haalt uw neus op voor onze stank en schrijft de uwe af als die van ons. Koel berekent u onze levens in euro’s en acht het een verlies dat geleden kan worden. Alsof jullie adem minder vervuilend is dan de onze?

Uw doffe ogen staren in de schervenspiegels, net zo lang tot uw hersenen het spinnen moe zijn en de gebroken waarheid lijmen. Het liefst zou u ons vermoorden, maar uw maag is te zwak voor zo’n daad, dus dwingt uw afgunst ons door het stof te gaan. Op de knieën zo ziet u ons het liefst, en alleen omdat wij u een ongebroken spiegel voor houden.

Geen broer zou zijn bloed zoiets aandoen, maar uw zwarte tongen beweren dan ook dat wij niet van vlees of bloed zijn. Maar spookverschijningen die zullen verdwijnen als men ze lang genoeg negeert.

Wij mogen dan de dragers zijn van onbekende ziekten. Maar u leidt aan de meest besmettelijke en dodelijke van allemaal.

woensdag 30 juli 2008

Waar gaat het heen?

Vandaag is er een vrouw die bij haar vrienden of haar man gaat klagen over hoe slecht het wel niet gesteld is met de mens, ze zijn zo onbeschoft geworden! Nou, ik heb anders ook nog een jazz-appeltje te schillen met deze mevrouw.

Ten eerste is het bijzonder onbeschoft om voor je deur uitstapt, na vlot geholpen te zijn door een jongeman, hem verontwaardigd de volgende sarcastische opmerking naar het hoofd te slingeren: “Je hebt het vast erg naar je zin hier.” Waar heb ik dat aan verdiend vraag ik me dan af? Of ik het naar mijn zin heb, en hoe ik dat wel of niet uit, is toch mijn zaak?

Dat brengt me bij punt twee, het is ook erg onbeleefd om je te bemoeien met zaken die je geen flikker aangaan. Ik bedoel, ik mag toch zelf weten of ik iemand wel of niet met een valse glimlach begroet. En dat ik geen zin heb om een praatje te maken omdat het me niets kan schelen hoe het met de klant gaat, daar hebben zij toch niets mee te maken. Nee, ik ben eerlijk en sta dan ook met oprechte desinteresse achter de kassa, en ik hoef niet te horen dat het op deze mooie dag buiten toch echt warmer is dan in de zaak.

Ten derde, als zij zich al geroepen moet voelen om een opmerking te maken over de bui waarin ik mij opdat moment bevind, dan zou enkel een begripvolle opmerking op zijn plaats zijn. Iets in de trend van, “gaat het wel jochie”, of “ben je moe van het helpen van al die bejaarden?” Want weet zij veel waarom ik me op dat moment gedraag zoals ik me gedraag, misschien is er wel iets ergs gebeurd of ben ik gewoon geïrriteerd door die arrogante, zelfvoldane rotkop van haar. Weet zij veel…

Dus waar haalt zij het lef vandaan om mij aan te spreken over iets wat volstrekt irrelevant is, er nog verontwaardigd over zijn ook en doen alsof het mijn fout is ook nog eens? Het gaat echt zwaar achteruit met de mensheid, of misschien toch vooruit?

Want ik, een voorbeeldig voorbeeld van de nieuwe generatie, liet zien hoe het wel moest, ik beheerste me en zei niets. Het was dan ook enkel aan mijn voorbeeldige opvoeding te wijten dat ik haar niet naschreeuwde toen ze opnieuw langsliep, fiets in de hand, boos naar binnen kijkend, “Steek je abnormaal grote neus niet in gaten waar ze niet horen, tuigbejaarde!” In plaats daarvan stak ik keurig mijn middelvinger op.

Pff, waar klagen ze eigenlijk over…

zondag 27 juli 2008

Dageraad van een Duister

Wij zijn de generatie van tijd is snelheid, zonder stijl, angst of goden. Respecteren is slechts een echo uit een kleurrijk verleden. Wij leven liever in het grijze wolvenlicht.

Onvermijdelijk, zoals de dag wegkwijnt in het westen, doemen wij op in het oosten als zwarte nacht. Wij brengen niet enkel een nieuw licht, maar ook een nieuw duister. Wij zijn dageraad, de schemering der mensheid.

Wij kondigen het einde aan van u, die baby's verbrandt tussen ziekenhuisafval. En zichzelf daarom verafgod en beschaafd noemt. U haat onze kleurloosheid en stuurt het blauw op ons af. Hah, wij blijven zo ongrijpbaar als de zwarte, ondoordringbare nacht rond de sterren.

Wij zijn de zwarte, ondoordringbare nacht rond uw dovende sterren!

dinsdag 22 juli 2008

Verschrompelde Borsten

het geluid
van verrotting
kraakt door
afgebeulde kinderlijfjes

ogen
die nog niet
kunnen bevatten
dat aan alles
een einde komt

zoals
de zuigeling
die blijft sabbelen

aan
verschrompelde borsten

maandag 21 juli 2008

De Strijd om de Jeugd

I.

De strijd om de jeugd begint al vroeg (op school, of eerder) waar je o.a. geleerd wordt dat de titel “U” (of elke andere titel) verbonden is aan respect. Maar wat ze je leren is dat iemand respect moet krijgen omdat die persoon een titel draagt. En niet dat een persoon een titel draagt omdat hij respect verdient. Ook verbinden ze de titel “U” aan leeftijd, alsof elke oude zot respect verdient. De titel “U” is uniseks en tijdloos.

Nu, titels zijn nutteloos en ijdel, voor zowel gever als ontvanger. Degene die waarde hecht aan titels (respect dus), ze nodig heeft om daar hun zelfrespect (niet hetzelfde als het eerste respect) uit af te leiden, is waarlijk een zielig en gebroken man. En heeft per definitie geen zelfrespect. Het ergste alleen is dat, ze dat zelf niet weten. Ze geloven zelfs in het tegenovergestelde en sleuren hun omgeving mee in die illusie en waangedachte.

Men heeft geen respect nodig, enkel zelfrespect. Zo heeft ieder altijd genoeg, en bestaat er geen kloof tussen rijk en arm (in het kader van respect en zelfrespect), en wordt iedereen gerespecteerd, zij het enkel door zichzelf.

Dit betekent echter niet dat wij de ander moeten disrespecteren.


II.

Wat leren ze je nu precies, als ze je leren je vinger op te steken voor een vraag ? Dat door elkaar schreeuwen niet handig is en voor niemand prettig? Dat kan elke idioot ook wel bedenken. Of dat er orde nodig is omdat onze wereld daarmee staat of valt en dat chaos het grootste kwaad is? En dat terwijl de goden, de aarde en het heelal chaos zijn, de Grieken wisten dit al. Leren ze je, dat er een volg-orde is? Een orde met een plaats voor iedereen, maar je moet wel je beurt afwachten. En heb je geen ID dan moet je uit de rij.

Zo word je langzaam klaargestoomd voor het geesteloze fabrieksleven dat allang niet meer in fabrieken plaatsvindt. Daar was tenminste nog chaos, maar ook dat is vervangen door automatische en mechanische orde.

Waarom zou je moeten wachten met het stellen van een vraag? Waarom zou je je vinger moeten opsteken om aan te geven dat je een vraag hebt, het risico nemend dat je over het hoofd gezien wordt, genegeerd wordt. Is het niet slimmer om meteen te laten horen wat je wilt, i.p.v. te laten zien dat je een vraag hebt. Is dat niet logischer?

In ieder geval is het chaotischer, dus dan zal het wel natuurlijk zijn. Want de natuur is immers chaos. Maar zo werkt de geschapen wereld niet. Ze willen je monddood maken. Het opsteken van je vinger leert je boven alles, dat je toestemming nodig hebt (in de geschapen wereld) om je mond open te doen. Dat je in deze samenleving eerst een aanvraag moet doen voordat je, je bek open mag trekken. En vaak als je dan je bek open mag trekken, mag je nog niet eens zeggen wat je wilt.

Het leert je ook van bureaucratie. Zo moet je geduldig met je vinger in de lucht blijven zitten, tot je kramp in je oorharen krijgt. Gaat je vinger omlaag, pech, omlaag gegaan, plaats vergaan. Je moet wachten op degene die je aanvraag verwerkt, tijd heeft voor je. Dan moet die aanvraag nog eens goedgekeurd worden, en nog steeds wacht je. Dan eindelijk, als je, je vraag mag stellen en je nog niet vergeten bent wat je ook al weer wilde zeggen, blijkt dat ze meestal het antwoord schuldig moeten blijven. Ze weten het domweg niet, of zijn onbevoegd het te weten.

Dit is niet de natuurlijke gang van zaken, maar het is wel de meest ordelijke. Tenminste, dat wordt er bij iedereen zo ingestampt.

En zo stoomt men nieuwe aardappelen klaar opdat ze in de legbatterij mogen gaan spruiten.

Hallucinaties V

ik zaai licht
rijp mijn schaduw
in hun adem
oogst ik sterren

grijp zonnen
tot een halsketting
voor mijn bruid

daag ik de kosmos
uit met de dageraad
in mijn handen

verzoek haar knieen
tot een val

zo sterf ik
met haar tong
rond de mijne

mijn schaduw verrot
in haar licht

zondag 20 juli 2008

Perichea

een reusachtige kathedraal doemt op
uit de mist waar mijn ogen vallen
mijn stem een bed legt in haar onmacht

de pilaren van licht zijn gedoofd
spartelend verdronken in een rivier
van zoemende schaduwen

ik vraag me af of de eeuwigheid
rimpelingen vormt in het water

of hoevaak een mens moet sterven
voordat de wind zijn naam meevoert
en de zee zijn herinneringen polijst

donderdag 17 juli 2008

Glinstering

ik raap mijn scherven

wacht
tot de boom kantelt
in haar cyclus

om vervolgens
als een ster
te tuimelen in
het luchtledige

brandend

te dansen rond
honderd vreugdevuren

in de buiteling
van een traan

Minnespel

bijt
niet in de lippen
die
je kussen

maar zuig
aan de ogen
die je bespelen
op het ritme

van
stromend bloed

warm en zacht
maar
o zo levend

woensdag 16 juli 2008

Maankruid

Ze noemen ons onkruid maar vergeten dat de maan ons allen zaaide in haar eindeloze omslenteringen. Toen ze nog niet als vuurtoren gevangen was voor nachtelijke waanvaarders.

Te lang hebben wij enkel stilte geproefd, zodat we zelfs haar smaak vergeten zijn. Maar we zullen door de allesomringende luwte heenbreken en oerkreten slaken.

We zullen komen en spugen op uw heilige boeken en geschriften, dansen met uw vrouwen en neuken met uw dochters. Alles dat staat zullen we omverwerpen en een Walhalla vinden in de kale, eeuwige vlakte. Er is werkelijk een heidense, oneindige schoonheid in leegte.

Ze noemden ons onkruid maar vergaten dat de maan ons allen zaaide in haar eindeloze omslenteringen. Nu noemen ze niets meer en vragen zich enkel af:

"Hoe stop je hen, die geen goden aanbidden, noch duivels of demonen?"

Herinneringen aan voorbije winters

wie weet welk bloed
er kleeft onder
de straten waar ik
winters telde

de asfalttranen
van de jongen wiens halve hart
werd weggerukt door
bliksem en donder

patronen tekenen het plein
bij de container met speelgoed
voor kinderen

het blauw jaagt er
kleurlozen achterna

een generatie onkruid
die hun thuis vond op
een slagveld

Trots op Nederland?

Ik ben geboren als kind van twee werelden, maar val langzaam steeds dieper in de kloof die ertussen ligt. Zolang men elkaar niet in de haren vliegt heb ik twee huizen, doch als men elkaar niet meer kan uitstaan en aan het knokken slaat ben ik nergens meer welkom. Een kind van twee werelden zonder een thuisland, dat ben ik. In Afrika ben ik een Europeaan, in Nederland ben ik (voor de meeste mensen en de wet) een allochtoon. Hier in Nederland heeft men nogal eens de neiging om mij te vragen of ik trots ben op Nederland…

Maar wat zeg je nu eigenlijk wanneer je zegt trots te zijn op Nederland? Letterlijk zeg je dat je trots bent op een strook land, maar waarom zou je in godsnaam trots willen of moeten zijn op een stuk verschuivende aardkorst? In het geval van Nederland nog wel de afvalhoop van die verschuivende aardkorst, genaamd geosynclinalen.

Wat de meeste mensen waarschijnlijk bedoelen is dat ze trots zijn op het Nederlandse volk en de Nederlandse staat en dat ze trots zijn om daar deel van uit te maken. (Het eerste omdat ze er zelf deel van uitmaken en een reden zoeken om ergens trots op te zijn. Maar dan het tweede, er zijn niet echt veel redenen die ik kan bedenken, maar dat zal wel aan mij liggen.)
Maar op dat punt gaat het juist fout. Trots zijn op een volk is ten eerste peer-pressure op massaal, volwassen (whatever that may mean, adult, hah!) niveau. Ten tweede is het dom. De massa is tenslotte dom, en meedoen met de massa is nog dommer. Voor elke intelligente persoon is het tijdverspilling om aan de kant van de meerderheid te staan, omdat er daar per definitie al genoeg van zijn (and that is a quote).

Trots zijn op een land, een volk dus, is nationalisme. En nationalisme heeft geleidt tot WO 0 (Napoleon), WO I en WO II. (Het waren wel drie verschillende soorten nationalisme, trots zijn op een volk qua levensstijl, trots zijn op een volk binnen het paspoort en trots zijn op een volk binnen etnische grenzen, om het kort en makkelijk op te sommen.

Het probleem met een volk is gewoon dat het geen eenheid is, geen hechte in ieder geval. Het zijn min of meer losse groepen die uit angst samenklonteren en pretenderen een volk te zijn. Het zijn losse bouwstenen op een hoop die claimen een fort te zijn. En uit angst voor andere losse bouwstenen en forten opscheppen over hoe prachtig en onverwoestbaar hun fort wel niet is. Terwijl er feitelijk helemaal geen fort bestaat en zelfs de funderingen wankel zijn. Net zo min als de massa een leger is, is een hoop bouwstenen een fort.

Waar dit “fort” echter het bangst voor is, is niet voor andere forten, maar voor scherpe, uitstekende, scheve, gebarsten bouwstenen. Oftewel, stenen die niet meewerken met het toneelstuk een fort te zijn.

Dus wat je mij vraagt is, of ik trots ben om onderdeel te zijn van een wankel, op instorten staand hoopje stenen, dat ook nog eens denkt een fort te zijn? Of ik er trots op ben dat ik slaafs de dikke stenen reet van de steen boven mij te mag dragen, of ik die last wil dragen voor het volk? En of ik daar dan ook nog eens trots op ben ook? Hoe durf je eigenlijk zoiets te vragen?

Maar je raadt het vast al, het antwoord is nee! Daar ben ik veel te trots voor! Want laten we eerlijk zijn, trots zijn is gewoon een mooi woord voor jezelf beter voelen dan de rest. En ik voel me te goed om onderdeel te zijn van een wankelende hoop stenen, ik zoek wel een beter toneelstuk. Ik ben enkel trots op mezelf. Dat wil zeggen, ik voel me goed genoeg mezelf te zijn, ik ben tevreden met wie ik ben. Ben ik er dan trots op Nederlander te zijn? Nee, ik ben trots te zijn wie ik ben, mens te zijn. Ben ik tevreden, Nederlander te zijn? Ja, het is een feit, en je hebt er mee te leven, ik ben tevreden met wie ik ben, dus ook met dat aspect van mezelf.

Voel ik me dan een Nederlander? Waarom zou je, ondanks je verbondenheid met een plek, ook onlosmakelijk met die plek verbonden moeten zijn? Ik ben een mens, en het mooie aan de mens is, dat hij een NOMADE is. Ik ben dus een aardelander, en dat noemen we mens.

Ben ik er trots op aardelander te zijn? Ja, dat ben ik. Daar ben ik net zo zeer trots op als ik me er voor schaam. Maar ik ben net zo trots op onze tekortkomingen als dat ik me er voor schaam.

De partij van Rita Verdonk, Trots op Nederland, wat wil die partij nu eigenlijk zeggen? Die partij zegt wat het volk denkt dat ze wil horen. Wij zijn anders, specialer (nog dommer?) dan andere volkeren (er bestaat maar een menselijk ras voor de onwetenden en leugengelovers). Hebben ze dan helemaal niet opgelet in de geschiedenisles? Zijn ze eigenlijk wel naar school geweest?

De partij ToN zegt pas trots te kunnen zijn op deze strook afvalhoop en al wat ertussen krioelt als alle uit de toon vallende (dissonant heet dat toch met een duur woord?) verwijdert zijn. Dat klinkt misschien heel radicaal, maar in feite is dat altijd al het doel geweest van de politiek/staat/regering/politie/etc. Alleen is de definitie van uit de toon vallen nog al vloeibaar. Elke andere partij zegt hetzelfde maar heeft een andere definitie. Maar op het moment dat uit de toon vallen etnische en religieuze dimensies gaat aannemen, is er een nieuw dieptepunt bereikt. Het is dan ook wachten op de volgende maniakale volksmenner of de bezinning der mensheid. Ik weet al waar ik op wed!

Trots zijn op een volk is een bezigheid van het volk, iedereen die werkelijk hersens heeft zal erboven staan, tenzij die persoon met hersens er baat bij heeft. Macht en geld! Dus dan gebruiken ze het volk om zichzelf te vermaken en om hun zakken te vullen.

Vroeger deed men in de politiek alsof wat zij deden, het wil van het volk was, ze deden dus wat ze wilden en zeiden dat het volk dat wou. Tegenwoordig doet met echt wat het volk wil, en denkt dat, dat het beste is. Waar komt dat verschil vandaan? Dat komt doordat er vroeger adel en volk was. De adel was niet het volk maar stond erboven, was de baas. Ze luisterden dan ook niet naar het volk, het was geen volk dus hield zich ook niet bezig met het trots zijn erop. Daarom hadden ze tijd vrij om (net alsof) te doen wat het beste was voor het volk, of hun portemonnee. Vanuit hun standpunt was dat natuurlijk hetzelfde. Zij blij, het volk blij. Het volk wist niet beter en was dus gelukkig.

Toch ging het ergens mis, ja, er zat een fout in dit systeem. Incest! Dus de adel werd op den duur dommer dan het volk en sterft nog steeds langzaam uit. Nu is er alleen maar het volk. De mensen aan de macht zijn mensen uit het volk en moeten dus trots zijn op het volk. Ze hebben dan ook geen tijd meer voor iets anders.

Het is een wedstrijd geworden wie het trotst is op het volk, wie is op de beste manier trots etc. Ze geloven ook dat ze hun macht ontlenen aan het volk en het trieste is dat, dat op deze manier ook zo is. (Het bestaan van de grondwet is dan ook om het volk tegen zichzelf te beschermen, niet tegen elfjes uit het bos). Maar nu het zover is dat de mensen aan de macht luisteren naar de massa en geloven dat ze op die manier het beste doen voor het volk en dus hun portemonnee, is het enkel wachten op de maniakale volksmenner die zegt wat het volk denkt te willen horen.

Nu had ik zelf die volksmenner kunnen zijn, helaas (of gelukkig) ben ik een kind van twee werelden en val dus overal uit de toon. Het is zelfs zo, als die maniakale volksmenner er komt, sta ik ergens bovenaan op de lijst van volksvijanden.. Want ik ben namelijk vogelvrije, een nomade, een van de laatste der aardelanders.

De rest zijn allemaal Chinezen geworden, alleen weten ze het zelf nog niet.

Naamloos Silhouet

ik liep zo je ogen binnen
en kwam
nooit meer terug

regenbogen

in je
- je mag elke kleur kiezen
zolang het maar bruin is -
kleurige haar

dat als branding
op gladde ronde stenen
kapot sloeg op je schouders

even was er een glinstering
van herkenning
uit vorige seizoenen

vervaagde je en verdween
tussen grijze etalagepoppen
die bewogen

ik probeerde nog je essentie
te grijpen en vast te leggen

maar ik miste je

dinsdag 15 juli 2008

Dwangmatige Dichters

U, dwangmatige dichter gelooft dat u weer het vlammende middelpunt is van uzelf. Alsof u dat ooit was, hah! U beweert dat er schaamte ligt in het andere, terwijl we leven op een satelliet. En zelfs de sterren wentelen in elkaars licht.

Wij worden enkel machteloos meegesleurd in de jetstream van hun echo. Als tollen draaien we om elkaar heen. En in de wenteling van onze as tellen wij winters, tot de laatste lente komt.

Het holle gebaar dat u doet voorkomen als een oerdrang is niets meer dan de kreet van een lafaard. U moet, terwijl geen hond iets hoeft.

Geen Nachtzicht

de straat is een waas van lichten

die leegtes wiegt als een moeder
haar pasgeboren kind

maar blind is voor mijn eenzaamheid

door het waas baant zich een straat
van duister

die doodloopt en vergroeit
in het zwart van mijn ogen

maandag 14 juli 2008

Verwrongen

elke ademzucht is een bekentenis
van een verlept leven waarin ik
roest hoest uit verrotte longen

de avond bloedt dood tot nacht
in mijn ogen waar ik in staar
en schimmen gezelschap houd

tussen de muren valt een leegte
die flirt met de stilten in mij
zoals een weeskind met de argeloze

door elke oogopslag levenslang
verbannen sluimert het duister
en elke ademteug is een vonnis

zondag 13 juli 2008

Kringwind

vlinderwind fladdert door de bomen
en bevrucht elk blad met een woord
als een boom zijn blaadjes één voor één
loslaat verteld hij de wereld zijn verhaal

maar de woorden sterven langzaam weg
vallen in roodbruingele kleuren
tot de grond om meegenomen te worden
door de vogelstorm die legendes najaagt

ergens hoog in de hemel

dinsdag 8 juli 2008

Meridea

applaudiseer vrienden
de komedie is waarlijk voorbij

al die tijd hebben jullie
dertien omgevallen beelden
vereerd terwijl het stof
zich ophoopte rond jullie
gesloten oogleden

vanuit de sterren viel ik neer
en sloeg een krater van licht

maar jullie dwalen nog steeds
door grotten van illusies
gesleten door tijd en stilte
die jullie smeekte te breken
en te proeven van haar vrucht

ik raap scherven
vervloek de leegte die me bespot

maar omhels haar vallende nacht

maandag 7 juli 2008

Asfaltengel

zoals dromen vervagen
aan het einde van de dag

valt een moeder
haar kind in de armen

er is grijs licht
dat stiltes vervormt

een engel die zich tekent
in het asfalt

machteloos

Buiten Podium 12 Juli 2008


Zaterdag 12 juli a.s. is er een fraai buitenpodium met poëzie, muziek en verhalen.


Jullie zijn van harte welkom vanaf 13.45 in de Jacobustuin achter Boekhandel Van Gennep.


Ingang Jacubusstraat, naast. nr. 209.

(Mogelijk met voordracht van The Stranger)


Bloesemkind

ze is een kind van twee werelden
gevangen tussen muren van nacht
en balustrades van vals licht
kerft ze rivieren met haar stem

tussen sinaasappelbloesem deelt
ze haar dromerige fantasie met
twee schimmen in de tuin waar
haar ouders vergingen tot stof

ze gooit steentjes in het water
jaagt de wolken achterna
ze draagt geen naam maar is mooi
en lief en klein en schizofreen

zaterdag 5 juli 2008

Nubische Prinsessen of Natte Jongensdromen

de mystiek van de stad verliest
haar kracht in het gat van haar hart
waar de straatstenen met afgekauwde
lollies en uitgespuwde pakjes sportlife
liggen te verjaren in de zon

ergens daar in de leegte waar de maan
verrot met een grijsblauwe achtergrond
volgens de statistieken wonen er hoeren
dieven moordenaars of armen allemaal
even erg van soort

mijn buurman is een bejaarde bouwvakker
hij fluit nog naar langslopende meisjes
vooral naar de drie Nubische prinsessen
die aan de andere kant van het plein wonen
in hun appartement met gele deur

en gouden deurknoppen waarop ik keer
op keer mijn warme adem laat condenseren
tot natte jongensdromen nadat ik door
het sleutelgat naar binnen heb gegluurd

later word ik een prins met drie vrouwen

Hallucinaties

I.

bedrog en bedrogen dromen
worden één in mij vannacht

bedekt door dekens van fijn
waterweefsel lig ik zacht
op een stenen spijkerbed

zie rooddoorlopen wolken
die waanfiguren schaatsen
op een bevroren lucht

II.

beneveld door koorts
teel ik mist op zompige
natte groentevelden
onder een gekleurde lucht

regenboogkleuren
waar een stem uit spreekt
die mij van alles influistert

dan in een flits van zuiverheid
een zonnestraal
die in mijn ogen schijnt

ik zie haar staan
de waarheid
huilende engelen
om ons heen

een blauwe koe
met gouden hoorns
allenga en zoek haar
tevergeefs
want niemand zal vinden

III.

kleuren regenen neer
in de lucht zwemmen vissen
groen de waan van geluk
wolken waaien in de zee

boten zien golven omslaan
grijzen zwarte werelden
tussen het zand terwijl
vliegen me toelachen

ik vecht met de elementen
wie stopt me als alles mag
vreugdewatervuur vliegend
zo doof ik zelfs de zon

wetten tartend niemand
wint dans brandend met
knippersterren en word
vrij door alle zeeën

pikkedonker spat de wereld

IV.

als een zwaluw dwaal ik
door een moeras waar
leeuwen opgejaagd door
schoenzolen zingen

over de bladertoppen van
verbrande computers
steken reusachtige mango's
de oren van flessen uit

door het vallende licht
ritselt het duister harder
in de gordijnen van
mijn kamer zitten geesten

die lachen omdat ik
versteend terug staar in
de spiegel waaruit vreemde
ogen mij blind bespieden

Gele Koning (WIP)

hoog verheven boven paarse horden
waant de gele koning zich meester
van zijn eigen woordenschat

genesteld op zijn troon droomt hij
zich in een onschendbare vogelvlucht
rijker dan de albatros op de grond

zijn stem is een leugen die schaduwen
ten dans vraagt het rijzende tij
verdrinkt zijn tirannie van illusies
in een gebed zonder eind

Omslenteringen

I.

oud en versleten wankelend
op wat je gegeven is de wereld
een roes vervloekt het leven

verdriet verdrinkt verlangen
in meren van onzekerheid
kleurt de horizon eenzaam

enkel tijd als kameraad alleen
als een vreemdeling luisterend
wordt de nacht een met de stad

II.

hoop op beter vervlogen strijd
maakt plaats voor berusting in
je ogen dooft langzaam de zon

stil de straat verstomd dronken
vergaat de wereld wankelend zie
waanbeelden aan de donkerlucht

verloren in het leven opgegeven
kwijnt weg bij het vallen van
de nacht eenzaam zwerft de stad

III.

opgedroogde tranen strepen zwart
je wang blauw geslagen lucht prikt
in open wonden valt kille regen

totaal van de kaart afvragend
waar het allemaal om draait alles
in de straat gaat het leven door

iedereen opgegeven liggend in
de goot dooft het laatste licht
in de stad valt vaag duister

IV.

je waant je alleen tegen de wereld
stort in elkaar als een kaartenhuis
door de wind waait een psalm waarin

het einde wordt gepredikt in straten
die kronkelen als een doolhof is het
leven met enkel één uitgang

nu de poorten zijn gesloten zoeken
de laatste verdwaalde lichten hun heil
in de eenzame schaduw van de stad
werpt een muur rond zijn gedachten

dinsdag 1 juli 2008

Het Beloofde Land

in het land waar beloftes afgekapt
worden door wegroestende machettes
verdrinkt onmeetbare rijkdom zich
in poelen van bloedmodder en tranen

moordend is de mens op haar creatiefst

de nacht struikelt over onbegraven
schimmen en gaat voluit op haar bek
zo de nieuwe dag begroetend

er zijn mensen die haar schoonheid
enkel met het oogwit durven te bezien
maar vergeten dat de pupil zwart is
alle bloeddoorlopen ogen rood kleuren
en ieder mens een hart draagt

het land dat gelijk het heelal geen
dood kent enkel een oneindig aantal
bloederige geboortes waar gisteren
vermoord wordt en morgen grenzeloze
dromen meebrengt in haar omhelzing

een roodroze gloed die zich wikkelt
om de horizon als geluiden verweven
met de lucht het land wordt wakker

maandag 30 juni 2008

Uitreikingsspeech (RML Diploma Uitreiking 2008)

Simon Ranger

Om maar eens bij het einde te beginnen: gefeliciteerd met het behalen van je VWO diploma. Geen moment heb ik daar dit jaar aan getwijfeld. Het was een bijzonder jaar, net zoals het jaar daarvoor en daarvoor en daarvoor. Simon is een bijzondere jongen, en dat is hij. O, nee, pardon, ik zou dat citaat niet meer gebruiken vanavond. Maar het is wel zo. Hij eet uit je hand, of hij maakt dat je wilde dat je nooit geboren was. Twee uitersten die elkaar afwisselen en waartussen, zoals gezegd, een groot verschil in amplitude bestaat. Je kunt enerzijds volledig opgaan in een les, waardevolle bijdragen leveren en vol lof zijn over de man of vrouw die voor de klas staat. Die docent heeft je dan geraakt, daar doe je alles voor. Het komt ook voor dat je niet bent vooruit te branden, je duidelijk obstinaat gedraagt, de les volkomen oninteressant vindt en dat zowel verbaal als non-verbaal uitdraagt. Jouw geest zou zich hier niet mee bezig hoeven houden. En je bent niet te beroerd om daar dan ook een sanctie aan te koppelen: de volgende keer kom ik niet voor die les mijn bed uit.

Je kunt je voorstellen, Simon, dat een en ander tot een tweetal kampen heeft geleid. Want jouw gedrag heeft tot menig hartig woordje geleid. In jouw geval is het niet zozeer ‘je kont tegen de kribben gooien’ zoals bij regulier jong volwassenen, nee, er zat een visie achter die houding, een overtuiging.

Wanneer ik je aansprak over je ongeoorloofde absenties eindigde dat in een verhaal over efficiëntie van een les, over dat je het toch al wist (en waarschijnlijk was dat ook zo).Als ik je aansprak over het feit dat je fiets in een fietsenstalling hoort en niet aan het hek daarbuiten, eindigde dat in een discussie over wie, juridisch nou eigenlijk eigenaar was van dat stukje grond en waar ik mijn stelling eigenlijk op meende te beroepen. In welk officieel schooldocument staat dat dan beschreven?

Simon, ik weet zeker dat jouw amplitudes kleiner zullen worden met het verstrijken van de jaren. Ik weet ook zeker dat jij altijd kritisch zult blijven in de wereld waarin je leeft. Jij hebt grote talenten en een grote intelligentie. Gebruik die goed. Daar heeft de samenleving recht op. Wees een Willem Oltmans of een Maarten van Rossem die misstanden aan de orde stelt.
Wees de journalist waarvoor foute politici wegkruipen of de rechter door wie zware criminelen niet graag veroordeeld worden. Jij kunt ze van repliek dienen. Jij hebt de kwaliteiten om erboven te staan. Jij hebt ze door.

Simon, ik wens je het allerbeste toe. Ik zal je niet licht vergeten.

- Korver

zondag 29 juni 2008

Wullentrots

apegapen stroeven pull par putipoe
paretona pillepop med grône fizfulit

bingbengbora be bel tonoep pez pitot
froterkotser fretconserd miz frum

gratone karrekats fol wapperpollen
noet neemers putseker buhulsbana

Seismografisch Orkest

de holle noot die als een stem uit de hemel
valt en een krater achterlaat van verlangens
zich aan mij opdringt als een onvoltooid
meesterwerk van waanzinnige kreten en wilde
uitspattingen uit mijn vulkanische binnenste

veel te vroeg gaf ik mijn wanhoop gestalte
gevlucht in mijn eigen eenzaamheid
waar blijft toch de verlossing der gekken
nu de omringende bomen en rotspartijen
mijn wonden verzwijgen

en de nacht zich zo gewillig aanbiedt

zaterdag 28 juni 2008

Sterfbed

mijn ogen
ontrafelen zich
in het duister

nog
één keer
leef ik
op

verval dan
in mezelf
tot stilte

donderdag 26 juni 2008

Verschuiving

petjes en pannekoeken chillen
op de stoep naast de moskee
waar baarden hun gebed richten
naar het naderende duister

maar als de rode strijders
in de arena staan explodeert
de stad auto's met turkse vlaggen
en bulgaarse nummerborden
paraderen toeterend door de straten

zelfs in gebroken taal
is de boodschap duidelijker dan
de zon gaat op in het oosten
en onder in het oude westen

Het Altaar

pilaren van licht openbaren zich in
de schaduwen vallend langs de waterkant
wachten hemelpioniers op antwoord
in het grijs waar geen tijd bestaat

sinds de eerste schemering

ik betreed de windstilte in mijn borst
een monument van eigen waanzin
gebouwd opdat de storm niet komen zal

tevergeefs

boven mij vormen donderrotsen een mantel
die achtergebleven maskers bedekt met stof
een alziend oog zet de zee in vuur en vlammend
dansen schuimkoppen met rafelige schichten

de hemel neemt foto's van de goden

____________________


lange slanke pilaren van licht openbaren zich
in de schaduwen vallend langs de waterkant
wachten hemelpioniers op antwoord
in het grijs waar geen tijd bestaat sinds

haar eerste schemering

ik betreed er de windstilte in mijn ziel
een monument van eigen waanzin
gebouwd opdat de storm niet komen zal

tevergeefs

boven mij vormen donderrotsen een mantel
die achtergebleven maskers bedekt met stof
een alziend oog zet de zee in vuur en vlam
dansen schuimkoppen met rafelige schichten

de goden nemen foto's van onze hemel

dinsdag 24 juni 2008

Oceaanmarionetten

aan de ene kant van de straat
worden de grote netwerpers vereerd
maar de kleine zijn er niet welkom

aan de andere kant ligt het gras
waar de tijd al sinds 1943
stilstaat grote ijzeren staven
verroesten de herinneringen

een altaar van menselijke waanzin

aan de uiteinden van het plein staan
hoekige pilaren te blinken in de zon
jaloers de hemel bespiedend waarvoor
ze nog zoveel mijlen tekort komen

wie zoekt zal er de boodschap vinden
door oceaanmarionetten achtergelaten

met de handen van alle mensen
gebonden op hun rug
wat houdt dan hun hoofd boven water
nu het tij aan het rijzen is

vrijdag 20 juni 2008

Vol Twijfels

de dag die niet wil toegeven
dat ze ten einde loopt

tevergeefs trekt aan het licht
dat ergens aan het einde
van de wereld uit zicht valt

en ons achterlaat in de gloed
van een duistere nacht vol

twijfels en ongeboren illusies

woensdag 18 juni 2008

Vorm en Inhoud - Door Eric Roseel (onderdeel van zijn "Roman")

(In de literatuurgeschiedenis begint de vorm te primeren op de inhoud wanneer vertellers en schrijvers niet langer zelf hun werk verspreiden maar, omwille van de fysieke afstand met de bedoelde lezer, beroep doen op een uitgever, een boekdrukker. Dan komt het erop aan de eerste lezers, voor wie het werk geenszins geschreven is, de uitgever dus en de koninklijke of kerkelijke censor, door middel van de vorm - de roman met name - om de tuin te leiden met betrekking tot het wezen van wat je als schrijver te zeggen hebt. Denken we maar aan Cervantes’ El ingenioso hidalgo don Quixote de la Mancha, aan Daniel Defoe’s Robinson Crusoe, aan Jonathan Swift’s Gulliver’s Travels of aan Montesquieu’s Lettres persanes. Wie zich als schrijver nu nog in die zin - hoewel deze eerste decade van de 21ste eeuw het ergste laat vermoeden - uitput in het probleem van de zogenaamde experimentele vormgeving, wil of kan, op gevaar van suïcide, zelf gewoon niet aanhoren wat hij te zeggen heeft, hij is de censor van zijn eigen stem, schaamt zich voor zijn eigen gedachten en voorstellingen. Schrijven is dan een vak, het werk een uiting van vakmanschap dat je eerst moet leren van een meester, die les geeft aan wat die zelf een schrijversacademie heeft genoemd, en als je geen lid bent van de corporatie, wordt je de toegang tot het publiek op alle beschikbare legale en illegale manieren onmogelijk gemaakt. De vormgeving is natuurlijk ook het handelsmerk van de entertainer en de volksvermaker, die vanzelfsprekend niets te zeggen hebben behalve dat wat in duizend andere vormen al eerder is gezegd of dat wat de lezer of toehoorder zelf ook al tot groot jolijt of tot bloedens toe heeft bedacht maar in zijn lafheid om het ook uit te spreken, het liever uit de mond van een literair onschendbare wil horen - daarom precies is dat soort werk entertainment en volksvermaak. Maar dat soort schrijvers zijn natuurlijk niet echt schrijvers, het zijn zakenlieden, ze willen gewoon zo veel en zo rap mogelijk geld verdienen om in hun stad een 19de-eeuws herenhuis te kopen of in de buitensteedse groene zone een kasteel te bouwen met op het dak de allernieuwste hype zonnepanelen. De ware schrijver blijft altijd minstens half onbegrepen, behalve door zijn of haar ingewijde vrienden.)

dinsdag 17 juni 2008

Gouden Kooi

Het is enkel goud dat blinkt, te hardnekkig voor roest. Men zat fout! Goud en alles wat in haar verlengde ligt is de drijfveer geweest van eeuwen. Zelfs de zon gaat niet meer op voor niets, als je het monsterlijke bord mag geloven, dat je waarschuwt de kern van de aarde niet te betreden.

Een hol oord, volgens vele domoren! Waar hitlersnorren zich schuilhouden. En swastikas verstoppertje spelen met het heilige bloed.

Iedereen draait zich weg in de baan van de aarde. Niemand die ziet of wil zien hoe Vrijheid en Gerechtigheid op het offeraltaar van Economica hun laatste adem uitblazen. Nu is het einde werkelijk zoek! Zelf de toekomst mag gekocht en verkocht worden alsof het een stuk groente is, zolang de kracht der kopers maar stijgt!

Wacht maar tot de zee rijst en haar ruisen al jullie smeekbedes zal overstemmen. Een dag van zalige stilte! En de golf die jullie allen vrezen zal komen en zo vernietigend zijn dat de spiegels zullen breken. En met zo'n oogverdovende klap kapotslaan dat het iedereen voor eeuwig zal verblinden, zelfs de volgende rattenplaag. Dan zal er eindelijk licht zijn!

Want hoe donker is het echt, als iedereen kijkt, maar niemand wat ziet?

maandag 16 juni 2008

Dagboek van een Gek II

God is dood... Lang leve God!

Als neerdalende stilte
komt duisternis. Een zwarte leegte,
die het verstrijken van tijd aangeeft,
het vallen van korrels.
Een versteend moment
dat door tijd zal slijten.

Tijd is alles! Tijd is niets...

De wegen van tijd
zijn wegen met kronkels in kronkels,
eindeloze paden waarvan
het eind altijd zichtbaar is.
Er is een man die over
een van die paden reist,
meer dan er naar Rome gaan.
Hij draagt zijn naaktheid
als een mantel.

Een geluid in zijn ooghoek.

Als een schallende trompet keert
het licht terug. Ratten vluchten
naar hun riolen voor
het onbeschrijfbare niets.

De dag is van ons!

Dagboek van een Gek I

Eenzaamheid splijt in uren.

God is dood, maar koude stenen
worden nog steeds vereerd.
Hun woord op aarde wil godverdomme
zijn bek maar niet houden!

Er wordt gewaakt in de mist,
over vlaktes met naamloze graven.
De uren splijten er eenzaam.
Het trage proces waarin woorden
uiteenvallen tot nietszeggende letters.

Alles helpt, niets is verloren!
Ach, we zijn voor de gieren
achtergelaten.

Vertel me wat ik horen wil!
Vertel me, dat jij wel geluiden
kan tekenen en ze dan
opnieuw kan doen herleven!

Eenzaamheid en uren zullen beide
splijten in de leegte van hun kern.

Riddle of Doga-Kavuue (Shortstory)

Follow the link.

The Riddle of Doga-Kavuue.

A legend of the Himakadurian Chronicles.

Vientus

wind kronkelt zich over een vlakte
brengt vage beloftes van verlossing
waar menselijke voetstappen nooit
eerder geëchood hebben

in elke vlaag huist een herinnering
een klank een toon een smaak of geur
schimmen uit verre vreemde landen
jaagt een speling van wind hemels af

op zoek naar een teken - dat nooit komen zal

Vallana

rimpelingen in het water
spiegelen het antwoord
van een onbekende vraag

je bent de bouwer
van je eigen gevangenis

stil daalt de duisternis
neer en werpt een muur op
die alles zal omvatten

Wat is dat voor toon?

wat is dat voor toon?
dat is de slaap van een oude man een ogenblik voor zijn dood
wat is dat voor toon?
dat is de kleur van het niets
wat is dat voor toon?
dat is het geluid van dromen
wat is dat voor toon?
dat is de smaak van de herfst
wat is dat voor toon?
dat is de geur van verdiet
wat is dat voor toon?
dat is een speldenpunt van licht
wat is dat voor toon?
dat is het gevoel van eeuwige stilte

Forstanna (WIP + TT)

ik schiet door de menigte
rondom mij zwemmen miljarden
en miljarden sterren tollen rond
met schreeuwende kleuren

ademen en voelen

er is één ster die mij roept
als een naamloze drang

een soort thuis

waarnaar ik nooit heimwee voel
maar toch altijd terugkeer
plots buigt het zwart de storm
van licht

alles is stil

Afscheid II

mijn stem zwerft door de stad
de tijd is een waas geworden
zwartwitte beelden krijgen diepte
gevangen in verrotte fotolijstjes

kondigt het herfsttij zich aan
roodbruine dromen vallen neer
verschrompeld naast een leven
vol onbeantwoorde vragen

Zielenstrijd

ik tors het gewicht van eeuwen
mee in de holte van mijn borst

een knagend gevoel van honger

leegte die zich vanuit je maag
via je keel omhoog naar je mond
je lijf uiteen wil schreeuwen

maar op een of andere manier
ergens halverwege blijft hangen

vrijdag 13 juni 2008

Alles is gezegd

tussen woord
en kus

de stemloze
leegte

in jouw ogen

donderdag 12 juni 2008

woensdag 11 juni 2008

Tuijana

de nacht komt binnenvallen
en mijn ogen worden zwart
de straten huilen
het geblaf van honden sterft weg

in de stemloze leegte
die zich langzaam uitstrekt
als een ziekte
door de steden dwaalt

een schaduw die zich beklaagt

waarom is een leven nooit klaar
enkel verlaten

Onsterfelijk

met de liefde
heb ik me geofferd
op een altaar
van eenzaamheid

dinsdag 10 juni 2008

Schipbreukeling

de zee weerspiegelt de chaos in zijn hoofd
dat zich ten ruste heeft gelegd op het strand
waar legendes zich verbergen tussen stenen
en zijn nevelige gedachten uiteen slaan in

de branding beukt het leven aan hem voorbij
zijn hoop en dromen allang geleden vervlogen
naar het zuiden met de mistvogels gelijk
het laatste schip dat niet zijn redding bracht
maar aan de horizon met het licht ten onder ging

in het warme zand jaagt hij stil op echo's
van voor zijn geboorte want zoals elke man
is hij uiteindelijk niets meer dan een speeltje
van de herinneringen die in zijn hoofd
de chaos van de zee weerspiegelen

Reiziger

met gebroken handen opgericht prevelend
naar iets dat alleen voor hem zichtbaar is
gevallen als een engel bedelt hij om woorden
maar krijgt enkel valse blikken toegeworpen

muntjes vormen rinkelend een lichte melodie
op het haastige tempo van versleten zolen
wordt hij verjaagd door jaloerse harten die
hem vrezen om zijn uitgespreide vleugels

en ongeketende voeten die hem dragen als
wind in alle verstreken hoeken van duister
waait hij zonder sterren aan de hemel
als iemand vraagt om zijn geheim spreekt hij

wiens verloren tong verraden is door een kus
zal dwalen als water in de echo van schelpen

Salix Babylonica

vol onbegrip reiken zijn armen naar boven
wilde haren vallen verslagen tot de grond
waterziek treurt hij om gevallen kameraden

verloren buigt zijn gestalte over de sloot
door ondiepe wortels sijpelen herinneringen
weg in zijn ogen treurt zijn hol verhaal

verward spreekt zijn hart in getorste bast
onder zijn dikke huid stroomt bastaardbloed
met rimpels vloeit traag zijn vechtlust weg

tussen knokige vingers fluistert de wind
"Oh Zalig Babylon" en in het donker sterft
de laatste der pioniers tussen koud beton

Ssuuuiiizzeeennnddeee Ooorreeenn

wuueeennnnggg wauauauauauau
klaaatcchhuunng kkkkiiiiiii
diiiiiinnnnngg dooooonnnnng
kkaaaaapppppuuuuu nooouuuuu
iiiiiiikkkkk wwwooooorrrrdd
hhheeeeellluuuuummmaaaaalll
ggggggeeeeeeeeeeeeeeekkkkkk

maandag 9 juni 2008

Blauwe Ruiter

zijn roep zal alle verbonden
gemaakt uit ijzer en bloed
en slavernij uiteen doen spatten

in licht dat van hem afglijdt
als de cocon van een rups
die zich ontpopt tot een vlinder
de allerlelijkste en zwartste

zijn ogen zullen giftig zijn
maar zich aan alle onwetenden
in de kleuren van de regenboog
opdringen

ook hij zal ooit door liefde
vernietigd worden maar tot dan
zullen de onschuldigen vallen
één voor één tot hij weer heel is

kllaaannnggk

.


kllaaannnggk


.

Vrouwe met de Lamp

westenwind kerft littekens in het land
en voert vreemd licht mee in haar boezem
de seizoenen ongetemd achterlatend

de geur van verdriet sijpelt bodemloos
bescherming biedend aan het holst
van de nacht die valt over steile bergen
een plek waar zelfs duivels niet rusten

drie sparren staan eenzaam aan de voet
hun wortels verstrengeld met het land
een laatste toevluchtsoord voor geheimen

rusteloos dwaalt een vogel door de lucht
op zoek naar de tijd die dromen verloren
aan de vrouwe met de lamp vraagt hij

bestaan er goden in de kronkels van riolen

Herfstij (Schemering van een Dag) WIP

Een lamp verlicht het uitgestrekte niets. Met gestorven stem ijlt een zwerver in de nacht: "Ik stierf een duizend levens, leefde een duizend doden en zag!"

Hij spreekt namens het uitschot, het onkruid, de tongloze bannelingen uit de stad die als een moeder voor hen was.

Flikkerende kaarsen doof uw licht, verdorde bloemen verval tot stof! Het is tijd voor de ratten! Niets is hen heilig, alles waar u ooit in geloofde is slechts een nieuw maal want hun honger is onverzadigbaar. Jullie zijn de remsporen van het menselijk ras!

Ga toch druppels van een waterval tellen, dan doen jullie nog wat nuttigs.

Innovator

Your answers suggest you are an Innovator

The four aspects that make up this personality type are:
1. Spontaneous
2. Ideas
3. Hearts
4. Extrovert

Summary of Innovators

Energetic and creative taking inspiration from everyone they meet Enjoy flexible work environments with few rules and many opportunities for fun Think of themselves as imaginative, sociable and sympathetic May not think logically about their ideas

More about Innovators

Innovators are fun-loving, creative, sensitive people who enjoy developing their ideas by discussing them with others. This group supports the people around them and expects the same in return. Others are drawn to Innovators because of their love of life, caring nature and openness. (Innovators are most likely to say they do their best work when they start at the last minute, according to a UK survey. )

Innovators are good at spotting opportunities and recognizing potential in people. Innovators put all their energy into new projects and their enthusiasm motivates others to support their plans.

In situations where they can’t use their talents or are unappreciated, Innovators may become rebellious and unfocused. Under extreme stress, Innovators may become preoccupied with meaningless details.

Innovators may over-extend themselves or put a night out with friends ahead of more pressing commitments.

Een goede tweede is Performer

Light is born

in the
twilight moment

when
sun and moon
meet

the shadows
in
my eyes

zondag 8 juni 2008

Slaven van Logica

Zelf bouwden we haar, de gevangenis waarin we leven. Onze voeten marcheerden te snel en wilden teveel omverlopen. Maar de hemel bleek waarlijk onbestormbaar! We zijn gedwongen om te leven achter de tralies van onze eigen angsten.

Nu draait de aarde haar ontkenningsfase in. De mensen wanen zich kleurrijk en zonder ketenen, de domoren! Maar de vogels, die terugkeren van verre reizen, vertellen andere sprookjes. Zij verhalen van uitgestrekte betonnen geraamtes, die uit alles de kleur verdrijven. Grauwe massa's paraderen met rouwbanden en vlaggen door troosteloze straten.

Onder het mom van vrijheid wordt vrijheid publiekelijk vermoord! Voor de ongeknipte ogen die alles laten gebeuren, zolang ze maar niet in de spiegel hoeven te kijken. Natte verf druipt traag van haastig opgestelde bordkartonnen decors.

Ik weet dat mijn kreet kapot zal slaan op de rotsen. Maar ik hoop dat iemand op een dag de scherven van mijn echo zal vinden! En mijn kreet in volle kracht zal herhalen, net zo lang tot iemand mee schreeuwt. De luchttrillingen zullen onze ketenen breken! Herboren zullen we de grenzen van onze paspoorten overschrijden.

En elkaar omhelzen, als vreemden.

Semiotische Oorlogsvoering (WIP) door Eric Rosseel


Semiotiek betreft als theorie en praktijk de verhouding tussen tekens (woorden, beelden, iconen, etc…) en datgene waarnaar ze geacht worden te verwijzen. BHV verwijst bv. zowel naar ‘kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde’, naar ‘het kartel CD&V-NVA’ als naar ‘foert!’.

Semiotische oorlogsvoering kent twee vormen: deze uitgaande van de Macht om via boodschappen de wijze waarop mensen hun verlangens en behoeften ervaren om te zetten in een taalgebruik bij de onderdanen waardoor deze hun problemen gaan zien in termen van de belangen van die Machthebbers zelf. Nazisme en fascisme met hun theatrale massaspektakels waren een vorm van semiotische oorlogsvoering van de macht tegen de onderdanen. De agressie en de frustraties die de mensen voelden tegen de Macht werd aldus omgevormd tot een agressie tegen die groepen die de Macht konden bedreigen: joden, vrijmetselaars, communisten, homo’s, ‘ontaarde’ kunst, zigeuners, etc.

De tweede vorm is de semiotische guerrilla: zij gaat uit van de Onmacht. De semiotische guerrilla heeft in wezen een lange traditie. De eerste semiotische guerrillero die de geschiedenisboeken als dusdanig vermelden is Socrates. Met zijn vorm van conversatie en dialoog met zijn medeburgers ondermijnde hij systematisch de relatie tussen de woorden die deze burgers gebruikten en de werkelijkheid waar zij dachten dat hun woorden naar verwezen. Het kostte hem zijn leven. Diogenes de Hond deed het wat alternatiever en toonde eerder een beeld van hoe het anders kon zonder zijn medeburgers direct in hun eigen geloof aan te vallen. Als curiosum shockeerde hij, maar nooit iemand in het bijzonder zodat ook niemand hem aanklaagde.

De semiotische guerrillero hoeft geen persoon te zijn, het kan een teken zelf zijn, een boodschap dus, die doorheen de diverse maatschappelijke media’s circuleert. De iconen zoals James Dean, Marilyn Monroe, Elvis Presley, Mick Jagger, Andy Warhol, etc. sloegen op dezelfde wijze toe als de guerrillero’s van de Vietcong in Vietnam tijdens dezelfde jaren 1960. Allen ondermijnden zij via beeld of klank (pop en rock) of via de kogel uit de loop van een geweer de bestaande relatie tussen een heersende taal en de werkelijkheid waarnaar deze taal pretendeerde te verwijzen en die door de Macht als een eeuwige onveranderlijke relatie werd voorgesteld, bv. de relatie tussen het taalgebruik over seksualiteit en de voortplanting zonder lust of orgastisch genot. Nu nog altijd zijn de imago’s van doden zoals Markies de Sade, Arthur Rimbaud, Che Guevara, Jim Morrison of John Lennon bijzonder doeltreffende semiotische guerrillero’s.

De semiotische filosofie van de Macht komt er telkens en in essentie op neer dat er een vast, eeuwig, natuurlijk en door God geheiligd verband bestaat tussen woorden/tekens en de werkelijkheid waarnaar deze verwijzen. Zo staat voor de Macht ‘democratie’ gelijk met het gegeven dat de mensen om de 4 jaar mogen stemmen. Elke dag, elk uur van elke dag bombardeert de Macht ons met boodschappen die dat soort verbanden tussen de woorden waarmee wij spreken en de werkelijkheid waarnaar zij zouden moeten verwijzen, in onze geest moeten cementeren. Hiermee verraadt de macht haar angst, want de macht weet zelf heel goed dat die verbanden niet natuurlijk en godgegeven zijn, maar puur arbitrair. Zij weet beter dan wij zelf dat, om een idioot voorbeeld te nemen, het helemaal niet evident is dat een rood verkeerslicht betekent dat je moet stoppen: voor hetzelfde geld zou dat een blauw licht kunnen zijn. Het Semiotisch Leger van de macht bestaat dan ook uit soldaat-machines die als je er A in stopt er gegarandeerd B zal uitkomen, en nooit iets anders dan B. Onze media in het begin van deze 21ste eeuw voert deze soldaat-machines in de meest diverse vormen op. Van de idee van de vervanging van de onvoorspelbare volksjury in een assisenzaak door beroepsrechters die de Wet toepassen zonder mogelijkheid van afwijkende interpretaties tot het mooi in de pas lopen van scouts, en de onmogelijkheid te zeggen dat Al Gore een all’s whore is. Binnen het Semiotisch Leger van de Macht is de deserteur dan ook de semiotische guerrillero par excellence. Hij weigert met B te antwoorden als er A in hem wordt gestampt tot zijn hersens ervan splijten of verschrompelen.

De strijd om de jeugd: voorspelbaarheid (in de pas lopen) vs onberekenbare en dus subversieve spontaneïteit van de mogelijkheden.

Univales

het lede
van mijn ogen

dat zich
als dader
profileert

en zo de schuld
en het zwijgen
op zich neemt

het zwakke
van mijn stem

Essay over het Schoolsysteem in Nederland

School was vroeger een plek, nee een voorrecht, waar de vrije geesten, zieners en denkers gevormd werden, die juist de massa van het juk van de illusie wilden bevrijden. Daar kwamen de controversiëlen en verschrikkers vandaan.

Vandaag de dag is school een boerderij geworden waar herders hun lammetjes fokken. Leraren zijn de waakhonden, niet langer mensen die je uitdagen jezelf te verbeteren, je stimuleren beter te zijn dan de rest. Je denkt misschien dat ze dat doen, maar ze stimuleren je alleen maar even goed te zijn als de rest, hoewel ze wel proberen de algehele rest wat beter te maken. Maar niet te goed want anders zullen ze misschien inzien dat ze voor de gek gehouden worden. Een voorbeeld daarvan is de examennormering. Ze willen niet dat je aan welke kant dan ook uitschiet, uitschieters zijn nou eenmaal gevaarlijk.

Tegenwoordig zijn scholen net gevangenissen waar leerlingen onderworpen zijn aan het beleid, waarbij geraffineerd de illusie van vrijheid en individualiteit wordt gewekt. Dit gebeurt bijv. door middel van enquêtes, "vrij" te besteden tussenuren, bijles, keuzewerktijd, mentorgesprekken en ouderavonden. Er wordt de illusie gewekt dat er dat men naar je protest luistert. Maar dat is helemaal niet zo, en als het wel zo is dan gebeurt dat alleen maar om deze methode nog beter en geraffineerder te maken. In het echt ben je gewoon onderdeel van die grijze massa die al vanaf het 2-3e (alleen baby's laten zich niet commanderen) jaar doet wat er tegen hen gezegd en wat er van hen verlangd wordt.

Tirannie valt voor een deel te wijten aan tirannen maar ook aan de instemming van mensen die zich laten tiranniseren en niet individueel of collectief in opstand komen. Nou is er in Nederland geen enkele sprake van een actieve tirannie maar van een passieve of sluimerende tirannie. Deze vorm is zo mogelijk nog erger en gevaarlijker. Want hoewel deze vorm niet erg merkbaar is, is hij wel degelijk aanwezig en is de taak nog steeds aan ons om er tegen in opstand te komen.

Het smerige van dit systeem is dat het mensen tot slaven maakt in ziel en geest, dit niet doet door geweld, bedreiging of door andere opzichtige trucjes, maar door chantage en meer nog de steeds uitgestelde beloning. De wortel aan de stok die men voor het paard spant om hem harder te laten lopen. Vergelijkbaar als het paard worden ook wij oogkapjes omgedaan, zodat we alleen maar zien wat ze ons willen laten zien. Het verschil is alleen dat het paard na het zwoegen de beloning int en zijn oogkapjes worden afgedaan, bij ons niet. Elke keer is de beloning groter, meer en beter. Men begint met een snoepje, eindigt met geld, macht of liever nog rust. Rust zal men krijgen, in het graf.

Het systeem werkt, het is overal te zien. Mensen denken niet meer, schreeuwen alleen de media na, of niet eens. Ze praten liever over Gray's Anatomy of COD4 dan na te denken over wat er om hen heen gebeurt. De meeste leerlingen van tegenwoordig weten niets, hebben geen of weinig ambitie die verder gaat dan een goede baan, een veilig leven en geld of roem. Avonturiers worden in de kleuterklas al vermoordt en rebellie wordt er op de middelbare wel uitgeslagen. Hou je, je niet aan de regels dan wordt desnoods het leger ingeschakeld om je op je plek te wijzen. Met welk briljant argument je ook komt om je gelijk te bewijzen, straf zal je krijgen omdat anders het signaal wordt afgegeven dat de regels zonder vergelding gebroken mogen worden. Dit is niet iets van school noch iets van deze tijd. Kijk maar naar de Mexicaanse kunstenaar die de symbolische straf van 1 dollar opgelegd kreeg voor het bevuilen van de vlag of naar dit citaat Publilius Syrus, Maxims: "Veroordeel een belediging niet, en je stimuleert het begaan van vele."

De leraar vraagt je kritiek te geven maar als die dan geeft gaan ze meteen in het defensief. Je liegt! Je weet niets! Ze willen geen kritiek, alleen dat je mak als een lam de regels volgt, regels die echt niet onredelijk zijn. Nee, dat niet, maar ze maken wel een hele generatie hersendood.

Vrijheid moet je opbouwen, vrijheid moet je maken. Ze komt niet voort uit een eenzijdige beslissing van een van de partijen net zo min als ze uit de lucht komt vallen. Maar als wij er nu niet voor zorgen dat die vrijheid gemaakt wordt, zal hij ons en diegenen na ons ook ontzegd worden.

Vrij zijn moet je leren, dat is wat ze je op school zouden moeten leren, hoe vrij en zelfstandig te zijn. Deze taak ligt ook bij de ouders, misschien vooral bij de ouders, alleen is dit voor hen niet mogelijk als op school tegenstrijdig en koppig het tegenovergestelde geleerd wordt en zo dus de ouders tegenwerken. Daarnaast, hoe kan een ouder die zelf nooit echt geleerd heeft om zelfstandig te zijn en zelfstandig kind opvoeden?

Men kan iemand niet rechtmatig dwingen iets te doen of te laten omdat het beter voor hem zou zijn, hem gelukkiger zou maken of omdat anderen het verstandig of wijs zouden vinden. Dit ligt dan weer anders als het over kinderen gaat, maar waar ligt dan die grens wanneer iemand voor zich zelf mag en kan beslissen of wanneer hij daar iemand anders voor nodig heeft.

Op school zeggen ze je op te leiden voor het leven, maar dat is verdraaiing van de werkelijkheid, ze leiden je op voor het leven tot je maatschappelijk nutteloos bent geworden, daarna mag je het zelf uitzoeken. Je wordt tot slaaf gemaakt, een zielenslaaf, woonachtig in een maatschappij waar iedereen denkt een individu te zijn maar voor die maatschappij gemaakt wordt in een massafabriek, een bio-boerderij voor kippen zonder kop. Alles is tegenwoordig massa, massaconsumptie, massacultuur, massacommunicatie, massa dit en massa zo. En de massa is nou eenmaal dom, wil enkel (leed)vermaak. Wil jij behoren tot die massa? Ik niet...

Jerash

een schaduw dwaalt
door klassieke puinhopen
en waant er leven

in de baden waarin
Hadrianus nog gepoedeld heeft
klinkt het getoeter van auto's

eeuwen hebben zich er om ruines
gewikkeld en hun echo losjes
gestapeld tussen de heuvels

om daarna te vallen in de kloof
van vergetelheid

Broken Memory

I stared
down
a droplet
once

cosmos

a mortal
moment

Illusia

Verbannen uit de leugen, gedwongen om de stad in vogelvlucht te zien. Vervloekt door haar duivels, bedorven en verstoten door haar bewoners, heten enkel haar goden mij nog welkom.

Het contrast is geel-paars. De winkeletalages liggen vol met blikken Vrijheid en Gerechtigheid, te koop voor ieder die het betalen kan. Maar de straten zijn leger en wezenlozer dan de ogen van haar inwoners.

Ik troost mezelf met de gedachte dat het tij ooit keren zal. En ik, gedragen door de zee, aan het hoofd van een bende swastika's, hamers en amerikaanse vlaggen terugkeer om mijn doornenkroon te ontvangen.

Dan zal ik alle kinderen van de kliffen storten en ze teruggeven aan de oprukkende zee van valse stemmen. Zo zal ik deze veredelde rattenplaag vernietigen.

Maar tot die dag zal er licht zijn, en houdt de wind wijselijk haar bek.

Iemand die hoopt

zijn wispelturige vorm verbergt
duizend voormalige gedaantes
zijn schaduw erkent geen licht
maar kan niet bestaan zonder

sterren die waken aan de poort
van nachten waarin hij dwaalt
en het herfsttij belichaamt
van een tongloos volk

zonder wraakzuchtige goden
die in codes tot hem spreken
verlangt hij naar de tijd
dat de toren nog trots stond

zijn klamme stem doorklieft
de schemering

lasu unco tamen unuopa kun
niaj song^i kaj illusiojn

Laisser faire, laisser aller

pas als bomen weer foto's gaan dragen
en in ontbonden staat liederen zingen
over leven en paradijs of wat mij morgen
te wachten zal staan in licht dat valt

het uur van naaktheid geslagen heeft
in alle verstomde beelden die levenloos
tegen muren spreken omdat andere oren
zich doofstom afwenden van de waarheid

zal mijn kreet zichzelf smoren in zand en
bevroren bladeren als een zoon van wind

The Stranger goes Radio

FUN-X
(91.8 FM)

om
20:30

Eerste bericht op deze blog

adghbasdjkasdb