vrijdag 9 januari 2009

Dead End

Beste lezers,

zoals jullie de afgelopen tijd wel gemerkt hebben, is deze blog een beetje verwaarloosd. Ik heb besloten om toch nog maar alle zooi erop te gooien die ik in die tijd niet gedurft heb erop te zetten. Jullie mogen oordelen. Het lijkt misschien wel een wederopstanding, een nieuw tijdperk, maar het is slechts de laatste opleving van een vlam vlak voordat hij dooft, de wilde uitval van een gewond dier dat nergens meer naartoe kan. Dit is voorlopig het laatste bericht op deze blog.

Maar wees gerust, de mensen die de komende zeven maanden tijd over hebben en mij willen lezen kunnen hier terecht, http://the-strange-voyage.blogspot.com/. Hier zal ik verslag doen van mijn trip naar down-under en nieuwe gedichten plaatsen.

It's been an honour, but all things come to a dead end.

Sincerely,
The Stranger

Geen Titel

je groeft je dagen
met naar buiten staren

naar een wereld
die zich uit schaamte
verschuild achter vuile ramen

muren met littekens
flarden verkleurd behang
waarlangsde jaren schragen
herinneren aan kindergeluiden
die op een dag
gewoon verstomden

met tijdbestendige stift
turf je de bezoekers af
één voor één voor één

geen

je ogen flikkeren
zwak bij het licht
van de lantaarnpaal
dat zich onder de gordijnen
door naar binnen wringt
een dief
op zoek naar schaduw

je wordt koud
en de winternacht
duurt nog zo lang

Homme Incognito

ze is als het koortsige zwijgen
van de bomen in de nacht
stil heengegaan met woorden
die voorbijdrijven
een silhouet op het water
dat droomt van exotische lippen

mijn dode vrouwen en kinderen
heb ik achtergelaten
in het duister ben ik gebogen
naar een nieuwe horizon
de gebeden rijzen op
uit het oosten valt een licht

naakt is ze voor mij verschenen
als een rusteloze vreemdeling
in de schemering van de dag
te wankel om verder te kruipen
heb ik me gevouwen
in haar simpele blauwe ogen

Ewan

de laatste dag van de zomer
verdwijnt tussen de lakens

zullen wij het imitatiespel
nog spelen in de cementen tuin
of sterven wij
een kind in de tijd

de troost van vreemden
als een brief uit berlijn
de dagdromer
en zijn zwarte honden
ziek van liefde

ik vil uit de nacht
een boetekleed
die ik deze zaterdag zal dragen

Sirius Moonlight

we are nothing but
stardust near the coast
of somalia we seize
stars and their dreams
gravitating around
each other in imperfect
circles

my AK47
loaded and sharp
feels heavy in my hand
the dogstar blesses
the full metal jackets
in my heart

my brothers carry oil
in their veins
wormholes in their eyes
emptiness inside

we are
the good and the young
gods
and solemnly pledge
to fight till the dawn
of death

Lungomare

rottende bladeren
laten sproeten achter
op de grond
de bomen buigen
hun vragende takken
naar de hemel

links van ons de zee
met haar oneindige roep
die zovelen voor ons
de diepste stilten van haar schoot
heeft ingetrokken

ik loop met haar
hand in de mijne verdwaald
ieder in zijn eigen sprookje

we worden ontboden

Zwanenhals

lang en slank in mist
gehulde toren
crescendo op de pier
van mercurius

ijspegels aan mijn handen
naalden in mijn stem
meisje op de steigers
ik ben zo ver van huis

ik weet niet hoe de wind
waait op je klippenogen
ligt mijn wrak

Geen Titel

een koortsdroom woekert door
zijn halfvervallen hondenkop
slaat woorden over de dijken
het water in en halveert hem
voor het vonnis voltrokken is

overdag zwijgen de bomen
bij het eerste licht de ijzel
uit hun knuisterige takken
maar hij kwijnt zelfs niet
bij de winter in zijn botten

er ijlen zesentwintig vogels
in de schemerlingse luwte
kortwieken in een koortsdroom
zijn halfvervallen hondenkop