zaterdag 20 maart 2010
Vrijheid als paradoxaal concept (I)
In de politiek en in de algemene opinie is de misvatting ontstaan dat vrijheid betekent dat je kunt doen en laten wat je maar wilt. Deze misvatting heeft zich doorgetrokken naar het debat over meningsuiting waardoor er nu mensen zijn die denken dat de vrijheid om je mening te uiten inhoudt dat je alles kunt zeggen. Dit is echter niet zo. Vrijheid is namelijk een van de paradoxale concepten die onze westerse cultuur fundeert (samen met o.a. het geluk, het subject en het individu, maar dat terzijde). Vrijheid behelst altijd haar tegendeel, het gaat altijd gepaard met een gebondenheid een onderworpenheid. Dit is altijd zo, of je vrijheid nou analyseert op het animale niveau, waar het gebonden en onderworpen is aan lichamelijke krachten en driften, een instinct zo je wilt. Of op het hogere, meer menselijke niveau, waar vrijheid gebonden en onderworpen is aan een hogere algemene orde (en of je die orde nou symbolisch noemt, de wet van de vader, de grote ander, de grondwet, het sociaal contract of common sense, doet er niet toe). In het uiten van je mening ben je, als deelnemer aan die algemeenheid die jouw vrijheid waarborgt, altijd aan de regels van die algemeenheid gebonden, zowel de geschreven als de ongeschreven wetten. Je bent dus niet vrij om te zeggen wat je wilt, je bent vrij om te zeggen wat je wilt binnen een bepaald vastgesteld kader. In het Westen valt het intentioneel beledigen, het produceren van geluid met een puur vernietigende intentie, buiten dit kader. Daar gaat het debat ook eigenlijk niet over, de vraag is, eerder dan mag je iemand beledigen, wanneer mag je beledigd zijn. Wederom is zullen we het er over het algemeen redelijk over eens zijn wanneer dit mag in het geval van 'extreme' situaties. Maar hoe zit het met grensgevallen, waar het niet helemaal duidelijk is wat de intentie is, of los van de intentie, de uiting wel zwaar genoeg is om als belediging te gelden. Tolerantie is namelijk ook zo 'n paradoxaal ideaal. Want waar trek je, als algemeenheid die de vrijheid van haar belichaming moet beschermen, de grens. Is het geoorloofd om uitingen te doen die de algemeenheid schade berokkenen en op die manier haar mogelijkheid om diezelfde vrijheid te waarborgen in het geding stellen. Ofwel mag je in een democratie openlijk gebruik maken van haar gewaarborgde rechten om de democratie af te vallen? Als dit niet mag, kan je het dan nog wel met recht een democratie noemen? En als het wel kan, hoelang zal die democratie dan nog stand houden?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Heb je dit helemaal zelf geschreven?
Het is ongelooflijk goed.
Bewonderendswaardig voor een jonge schrijver.
Een reactie posten